Skip to content

De roofdiertemmer en -verzorger van Wassenaar

14 november 201410 minute read

Wassenaar – Een lange oprijlaan, omzoomd door oude bomen in warme herfsttinten, leidt naar het 18de-eeuwse statige huize Oud Clingendaal. Ik begeef me op het terrein waar in de vorige eeuw bijna vijftig jaar lang Dierenpark Wassenaar was gevestigd. Rechts van het landhuis, waar in een ver verleden een boerderij met stallen was, staan enkele sfeervolle kleine woningen. Dit is opnieuw zo´n bijzonder plekje in Wassenaar waar ik geen weet van had. In mijn jeugd maakten we vaak uitstapjes naar het dierenpark en in mijn herinnering heb ik een heel ander beeld van deze plek. Maar misschien dat er toch nog iets van nostalgie naar bovenkomt. Ik ben hier op uitnodiging van voormalig roofdiertemmer en -verzorger Daniël van Helsdingen en zijn vrouw Lorike.

Jongensdroom
“Hoe word je roofdiertemmer en -verzorger?” Dat is het eerste wat spontaan in me opkomt. Daniël lacht:“Als jongen had ik een vakantiebaantje op het parkeerterrein en in de spoelkeuken van de dierentuin. Na het werk mocht ik altijd even de dierentuin in, dat vond ik geweldig. Op een dag vroeg de manager of ik ook het sectielokaal, waar de operaties plaatsvonden, wilde schoonmaken. Blijkbaar was hij heel tevreden, want hij bood mij een vaste baan aan. Ik was geen hoogvlieger op school en wilde heel graag in de dierentuin werken. Op zijn vraag waar mijn belangstelling naar uitging, hoefde ik niet lang na te denken. Met vogels en apen had ik niet zo veel, maar roofdieren vond ik heel fascinerend.” Daniëls jongensdroom kwam uit. “Ik heb het dus in de praktijk geleerd en ben uiteindelijk opgeklommen tot algemeen hoofdverzorger die 24 uur per dag bereikbaar moest zijn in geval van calamiteiten. Daaraan hebben wij dit leuke huisje op deze fantastische plek te danken”, zegt Daniël trots. Het huisje ademt een en al dierenliefde en herinnert aan die mooie vervlogen tijd. Foto´s en schetsen aan de muur, sculpturen van roofdieren en de fotoalbums in de boekenkast, weerspiegelen Daniëls tijd in de dierentuin.

‘Shit’baan
Daniël is bescheiden. “Het is allemaal niet zo bijzonder hoor, zo’n baan heeft maar een heel kleine aaibaarheidsfactor. Mensen hebben er vaak een avontuurlijk en mooi beeld bij, maar als verzorger ben je 90 procent van de tijd poep en pies aan het ruimen, vlees aan het hakken en heel veel voedsel aan het klaarmaken. Eigenlijk had ik dus een ‘shit’baan”, zegt hij gekscherend. “Nee hoor, ik heb het werk echt met heel veel liefde gedaan.” “Dat kan ook niet anders”, vult Lorike hem aan.“Hij maakte veel uren en in de schoolvakanties konden wij nooit met onze twee dochters op vakantie. Alleen als je je hele ziel en zaligheid erin legt, houd je het vol.” “Je moet er samen voor gaan en dezelfde interesses hebben. Lorike is dierenartsassistente en heeft ook een periode in het park gewerkt. En zij hielp mevrouw Louwman regelmatig met het geven van de fles aan jonge dieren”, vervolgt Daniël.

Dierenliefde
“Als je elke dag zo intens met dieren bezig bent, ga je je dan ook aan hen hechten?”, vraag ik Daniël. Daarover is hij heel stellig: “Ja er ontstaat een band, zeker met apen. Bij roofdieren is dat minder, alhoewel jachtluipaarden wel wat makkelijker zijn. En dan zijn er natuurlijk de dieren die je de fles hebt gegeven.” Daniël toont me een foto waarop hij innig omarmd wordt door een jonge leeuw. “Dit is Marco, wat was dat een geweldig beest, echt een heel lief ding. Ik heb hem de fles gegeven en twee jaar lang verzorgd. Daarna ging hij naar ’the Lions of Longleat’ in Engeland. Dat deed pijn, heel veel pijn. Toen dacht ik: dit mag ik nooit meer toelaten. Later ben ik hem nog een keer gaan opzoeken en zag ik dat het gelukkig goed met hem ging.” Natuurlijk herkende Marco Daniël direct en hadden ze weer even een innig knuffelmoment. We bladeren verder in het fotoboek en de warme gevoelens en verhalen komen bij beiden los. “Ook de zeeroofdieren vielen onder mijn verantwoordelijkheid. Kijk, dit is Inca, deze zeeolifant was ook zo’n lieverd. Na het afscheid met Marco heb ik mezelf getraind me niet meer te hechten, want je weet dat je vroeg of laat afscheid moet nemen. De dieren worden aan een andere dierentuin verkocht of ze gaan dood. En het is en blijft werk.”

zeeleeuw-zw

Gevaar voor eigen leven
Dat het niet allemaal zo vertederend is, blijkt wel uit het feit dat Daniël heel wat uren in het ziekenhuis heeft doorgebracht. Lorike kijkt me veelbetekenend aan, terwijl Daniël het in eerste instantie wegwuift. “Laat ik het zo zeggen, ik ben vaak gehecht. Niet door beten van mijn eigen roofdieren, maar van dieren die ik met netten moest vangen als ze ingeënt of verplaatst moesten worden. Ze beten dan nog wel eens door het net heen of beten het helemaal kapot.” “De vaste verzorgers doen dat werk niet, omdat het dier daardoor zijn vertrouwen in zijn verzorger kwijtraakt, vandaar dat Daniël altijd de klos was. Een van de engste momenten was dat met die olifant”, vertelt Lorike. “Dat was zeker heel angstig. De olifanten werden ’s avonds met een poot aan een ketting vastgezet. De waarnemend verzorger had het vrouwtje wel kunnen vastmaken, maar het mannetje niet, daarom werd ik erbij geroepen. Toen ik bij die olifant stond, kreeg ik een enorme klap van hem en belandde een stuk verder in een hoek van het hok. Hij denderde op me af, maar doordat ik precies in de hoek terecht was gekomen, lukte het hem niet om me helemaal te pletten. Er gaat dan van alles door je hoofd heen. Uiteindelijk ben ik tussen zijn poten door gedoken en rondjes rond het vrouwtje gaan rennen, totdat de verzorger de deur opende en ik kon vluchten. Mijn borstkas was zeer zwaar gekneusd, maar ik heb het overleefd.” Ik zie het helemaal voor me en lach en ril tegelijkertijd. “Zo mogelijk nog veel angstiger was mijn ervaring met een elandantilope. Ik had nachtdienst om te waken bij een zebra die moest bevallen. De verzorger had me gevraagd of ik ook even het jong van de elandantilope de fles wilde geven omdat hij niet bij zijn moeder dronk. Toen ik klaar was en weg wilde lopen, kwam de moeder op me afstormen en probeerde ze me op de hoorns te nemen. Een van de hoorns ging in de onderkant van mijn t-shirt en kwam er aan de bovenkant weer uit. Door een wonder was ik niet gespietst. Maar daar bungelde ik in de vroege ochtend aan die hoorn, terwijl zij tegen het hekwerk aan het rammen was. En er was niemand die me kon redden. Uiteindelijk heb ik me kunnen loswrikken, heb me laten vallen en ben plat op de grond tegen het hek aan gaan liggen. Omdat de hoorns iets schuin naar achter staan, kreeg ze me niet meer op haar hoorns. Zo heb ik een tijd gelegen, totdat ze even een andere kant uitkeek en ik het hek kon bereiken. Vraag me niet hoe, maar ik ben nog naar huis gefietst. Ik was helemaal rauw en blauw en had mijn kniebanden gescheurd. Door de adrenaline die door mijn lijf joeg, voelde ik in eerste instantie de pijn niet, maar ik heb een aantal weken moeten revalideren.” Ze kunnen er nu hartelijk om lachen, maar Daniël en Lorike hebben samen heel wat doodsangsten doorstaan.

Loslopend wild
Gelukkig weet je als bezoeker niet alles. Maar daar waar mensen werken, worden fouten gemaakt. Ook in de dierentuin. Lorike: “Eens in de zoveel jaar breekt er wel een dier los. Zo was er een gorilla ontsnapt, die wat aan het rondstruinen was en in de keuken zich tegoed deed aan het voedsel dat hij daar vond. De meeste dieren raken buiten hun verblijf gedesoriënteerd en zullen dan niet echt aan de wandel gaan. Maar zo’n gorilla is immens groot, weegt zo’n 300 kg en kent zijn eigen kracht niet. De dierenarts werd met spoed opgeroepen om het dier in narcose te schieten, waarna een aantal mannen hem weer naar zijn verblijf konden brengen.”De situatie met de ontsnapte zwarte panter was wel levensgevaarlijk. Het dier was via een verzakte betonplaat uit zijn verblijf ontsnapt en liep tussen het publiek. Dan is het mijn leven of dat van de bezoekers. Ik heb het beest aan zijn staart te pakken gekregen en hem continu heen en weer gedraaid, zodat hij mij niet te pakken kon krijgen en gedesoriënteerd zou raken. Zo heb ik hem al ronddraaiend naar zijn hok gesleept. Natuurlijk is er wel een noodscenario om het publiek in veiligheid te brengen, maar het is toch vooral anticiperen op de ontstane situatie”, zegt Daniël heel nuchter.

DSCN2749

Peruaanse huisdieren
In 1985 werd Dierenpark Wassenaar gesloten wegens financiële problemen. De dieren werden verkocht. De dierenverblijven zijn er nog steeds, maar de natuur heeft het overgenomen, alles is overwoekerd. Na de sluiting was op het terrein van het dierenpark bijna twintig jaar lang het ‘Wassenaar Wildlife Breeding Centre’ gevestigd, een fokcentrum voor bedreigde diersoorten, met name cheetahs, maar ook goud-, zand- en zwartvoetkatten, manoels, ocelots, vasapapagaaien en lammer- en monniksgieren. Daniël en Lorike hebben het grootste deel van de tijd daar samen gewerkt. De zes Peruaanse alpaca’s in de wei voor hun huis herinneren nog aan die tijd. “Toen in 2006 ook het fokcentrum zijn deuren sloot, was daar nog een grote groep alpaca’s. Wij hebben de drie oude vrouwtjes overgenomen en er nog een mannetje bijgekocht. Nu hebben we er zes. Het zijn ontzettend leuke dieren, heel nieuwsgierig, maar niet echt aaibaar. Niet iedereen begrijpt het dat we dit soort huisdieren hebben, maar ik vind ze geweldig”, zegt Lorike bevlogen.

Afrikaanse droom
Lorike en Daniël hebben nog altijd heimwee naar het verleden. In die tijd hebben ze ook veel dierenparken in binnen- en buitenland bezocht. “Een van de mooiste parken is ‘Zoo de Doué la Fontaine’ in Frankrijk en ook het ‘Parc de la Tête d’Or’ in Lyon is de moeite waard en gratis toegankelijk. Met onze kleinzoon gaan we nog wel eens naar DierenPark Amersfoort, maar verder bezoeken we nog maar zelden een dierentuin. We worden er niet vrolijk van. Het steekt en doet ons terugdenken aan de tijd in ons eigen dierenpark. Dat is zo’n groot onderdeel van ons leven geweest. We waren één met het park. We missen de dieren, de sfeer, de geur.” Nu hebben Daniël en Lorike een Afrikaanse droom. “Toen het ‘Wildlife Breeding Centre’ in 2006 sloot, hebben we van de familie Louwman als afscheidscadeau een 10-daagse reis naar Kenia gekregen. Het was overweldigend om de dieren in hun eigen habitat te zien. Vorig jaar waren we veertig jaar getrouwd en werd Lorike 65 jaar. Als cadeau hebben we van onze familie en vrienden een vliegticket naar Namibië gekregen. Namibië heeft ons hart helemaal gestolen. Het is geweldig om te zien hoe ze daar met de dieren omgaan en hoe trots het volk daarop is. En er wordt niet meer gestroopt, wat heel bijzonder is. We gaan zeker nog een keer terug en nemen er dan ruim de tijd voor, want de afstanden zijn gigantisch en er is nog zoveel te zien en te beleven.” Het zal zeker niet bij dromen blijven voor dit sympathieke stel met een uitzonderlijke passie voor dieren. Vooralsnog genieten ze nog elke dag van hun huis op deze mooie plek met uitzicht over de weilanden. “Als het aan ons ligt, gaan we hier nooit meer weg”, sluiten ze gezamenlijk af.

© Manon van Schaik

DSCN1515

Gespot in Wassenaar

In ‘Gespot in Wassenaar’ gaat Manon op zoek naar Wassenaarders met een favoriete buitenplek of bijzonder buitengevoel in Wassenaar. Een bekend stukje of juist een geheim stukje Wassenaar. Een buitengevoel of -plek waar anderen even van mogen meegenieten. Heeft u zelf een mooi verhaal bij een bijzondere plek of buitenbelevenis, stuur dan een mail naar info@wassenaarders.nl.

Tags

Wassenaar
Gerelateerde artikelen
Back To Top